Mandela ziet bijna iedereen als een rechtschapen mens, totdat het tegendeel wordt bewezen. Hij begint met de veranderstelling dat je in goed vertrouwen met hem omgaat. Hij gelooft dat wanneer je het goede in anderen ziet, de kansen groter worden dat mensen hun ‘betere ik’ zullen tonen, net zoals het voorwenden van moed tot daden van ware moed kan leiden. Hij weet dat niemand alleen goed of slecht is.
‘Wat ik van hem leerde, was zijn vermogen om hard te werken’. Wat ik van hem leerde, Mandela zoekt het positieve, het constructieve. Hij kiest ervoor om ‘verder’ te kijken dan alleen het negatieve. Hij heeft hier twee redenen voor; hij ziet intuïtief het goede in de mens, en verstandelijk gezien gelooft hij dat het zien van het goede in de mens mogelijk tot gevolg heeft dat het hem feitelijk tot een beter mens maakt. Als je meer van mensen verwacht zullen zij vaak meer bijdragen. Of in ieder geval spijt hebben dat zijn niet hebben kunnen bijdragen.
Hij was een beter mens dan zijn gedrag liet zien. Zijn motieven waren niet zo wreed als zijn handelingen. Geen mens is van nature wreed.
Hij koos ervoor om kritiek omwille van zijn mildheid te negeren. Hij gelooft dat je door mensen met respect te behandelen, zelfs mensen die het mogelijk niet verdienen, het kunt beïnvloeden om met meer respect te handelen dan ze dat onder andere omstandigheden zouden doen. Dit bleek soms een bruikbare tactiek te zijn, met name nadat hij uit de gevangenis was vrijgelaten, toen zijn open, vriendelijke houding hem het aura gaf dat hij een man was die boven bitterheid stond.
Toen hij de Zuid-Afrikanen vroeg om ‘het verleden te vergeten’, geloofden velen dat hij dat inderdaad vergeten was. Dit had een dubbel effect: het zorgde ervoor dat de blanken Mandela meer vertrouwen schonken en het maakte dat zij zich grootmoediger voelden tegenover de mensen die zij tot voor kort nog hadden onderdrukt.
Mandela herkende de strategie van De Klerk niet als een poging om zijn vertrouwen te winnen. Hij was zelf het slachtoffer van de blinde vlek die hij bij anderen herkende en gebruikte.
Mandela ziet het goed in anderen, omdat het een deel van zijn karakter en interesse is. Op bepaalde momenten betekende dit dat hij ‘blind’ was, maar hij is altijd bereid geweest om dat risico te nemen. En het is een risico.
Maar Mandela gelooft in ‘emotionele’ risico’s en neemt deze ook. Hij gaat erg ver en stelt zichzelf heel kwetsbaar op door anderen te vertrouwen.
‘Mensen zullen denken dat ik te veel goeds in mensen zie’, zei Mandela eens tegen mij. ‘Het is dus de kritiek waarmee ik moet omgaan en ik heb geprobeerd mij daaraan aan te passen. Wellicht is de kritiek terecht, of is het iets waarvan ik denk dat het voordelen biedt. Het is goed om te handelen uitgaande van het feit dat anderen integer en eerlijk zijn. Als jij de mensen met wie je werkt zo benadert, kun je integriteit en eerlijkheid aantrekken. Daar geloof ik in’.
Dit is de zevende les uit het boek Nelson Mandela, 15 lessen over leven, liefde en leiderschap van Richard Stengel, ISBN 978 90 215 5575 1
Wil je eens verder praten over jouw rol als leider? Plan dan een strategiegesprek met mij in.